Iridoïdglycosiden
Iridoïden zijn een subgroep van de terpenen en komen in de plant vaak voor in de vorm van glycosiden waardoor ze in water oplosbaar zijn. Ze worden door de plant aangemaakt als afweermechanisme tegen aanvallen van insecten en schimmels. Ze hebben vaak een bittere smaak, die ervoor zorgt dat planten minder aantrekkelijk zijn om opgegeten te worden. Iridoïden zijn ook interessant voor de kruidengeneeskunde. Onderzoek geeft aan dat sommige van deze stoffen antibacteriële, ontstekingsremmende en antioxidatieve eigenschappen hebben. Wij kunnen deze eigenschappen benutten voor onze lichamelijke gezondheid. Sommige iridoïden stimuleren vanwege de bittere smaak de spijsvertering en brengen verlichting bij maag- en darmklachten. Andere zorgen met hun desinfecterende werking voor een goede wondgenezing.
Hoewel een groot deel van de bitterstoffen glycosiden zijn, worden de bitterstoffen in de natuurgeeneeskunde als een aparte groep beschreven. Niet alle bitterstoffen zijn immers glycosiden. Naast verbindingen met een suiker zijn ook andere stoffen met een bittere smaak. De bitterstoffen worden daarom uitgebreid als eigen groep beschreven.
Er bestaan vele soorten iridoïde glycosiden. Enkele bekende voorbeelden van iridoïde glycosiden in planten zijn de volgende:
- Smalle Weegbree (Plantago lanceolata): bevat Aucubine und Catalpol
- Waterdrieblad (Menyanthes trifoliata): Loganine
- Valeriaan (Valeriana officinalis): bevat Valepotriate. met kalmerende eigenschappen
- Duivelsklauw (Harpagophytum procumbens): Harpagide en zijn esters
- Ogentroost (Euphrasia officinalis): Aucubine, Catalpol und Euphroside
- Eisenkrau (Verbenaofficinalis): Verbenaline en Hastatoside
- Monnnikspeper (Vitex agnus-castus) Agnuside en Aucubine
- Echte Ehrenpreis (Veronica officinalis): Aucubine, Catalpol en veronicoside
- Gele Gentiaan (Gentiana lutea): seco-iridoide bitterstoffen waaronder gentiopikroside, swertiamarine, sweroside amarogentine.
- Olijfblad: bevat seco-iridoide glycosiden: Oleuropeine, Elenolzuur die bloeddruk verlagend werken.
- Helmkruid (Scrophularia nodosa): Harpagide, Harpagoside, Aucubine und 6-Rhamnosylcatalpol.
Iridoïden zijn een fascinerende groep plantaardige stoffen met unieke eigenschappen. Wetenschappelijk onderzoek naar de precieze werking is nog in ontwikkeling en laat ook zien dat de geneeskrachtige werking van planten soms niet aan één specifieke stof is toe te wijzen.
In de hoeveelheden die van nature in kruiden voorkomen, worden iridoïden als veilig beschouwd. Bij hogere doseringen kunnen sommige iridoïden echter maagklachten of andere bijwerkingen veroorzaken. Het is daarom altijd verstandig om kruiden met mate te gebruiken en bij twijfel een deskundige te raadplegen, zeker als je medicijnen gebruikt.