Zeepachtige slijmoplossers
Saponinen zijn glycosiden met zeepachtige eigenschappen die, als ze met water worden geschud, een schuim produceren en een emulgerend effect hebben. Saponinen bestaan uit een lipofiel gedeelte (aglyon) en een hydrofiel deel (suiker) waardoor ze in staat zijn de oppervlaktespanning in water te verlagen en water en lucht tot een schuimende massa te vormen. Door deze blaasjesvorming wordt het oppervlakte vergroot en kunnen andere stoffen zoals vetten, etherische oliën of lecithine met water emulgeren en suspensies vormen. Deze eigenschap wordt in de geneeskunde ingezet om de resorptie van slecht opneembare medicijnen in het lichaam te verbeteren.
In ons lichaam vergroten de saponinen de doorbloeding en de sapafgifte in het maag-darmkanaal. Hierdoor wordt de opname van voedingsstoffen vergroot. Ook zijn saponinen slijmoplossend, reinigend, ontstekingsremmend, vochtafdrijvend en werken sommige als antidepressiva.
In geringe dosis hebben saponinen een geneeskrachtige werking en worden ze aan natuurlijke geneesmiddelen toegevoegd. De werking van saponinen wordt geremd door cholesterol. Saponinen worden door onze darm slecht opgenomen waardoor ze nauwelijks giftig zijn.
De andere kant van de medaille is dat saponinen in staat zijn om rode bloedlichaampjes af te breken (hemolyse). Bij overdosering of langdurig gebruik zijn, misselijkheid, overgeven en darm- en slijmhuidirritaties mogelijk. Normaal gesproken worden saponinen niet tot nauwelijks door de darm opgenomen maar bij overdosering, open wonden, inwendige bloedingen, of ontstekingen in de mond of het maagdarmkanaal kunnen ze in te hoge concentratie in de bloedbaan terecht komen. Ook langdurig gebruik en hoge concentraties zijn af te raden.
Saponinen zijn bitter van smaak en worden door herbivoren gemeden. Zouthout (lakritze) is een van de weinige saponinen die een zoete smaak hebben.
De saponinen worden ingedeeld in drie soorten naar de chemische structuur van het aglycon:
Steroidesaponinen: deze komen vooral bij de eenkiembladeren, (liliopsida), lilieaceae (Meiklokje), Agavaceae (Agave), Asparagaceae (muizedoorn) en de Yamsfamilie. Ze vormt een grondstof voor steroidhormonen (androgenen en oestrogeen).
Steroidalkaloidsaponinen: deze hebben slechts een zwakke saponine-eigenschap en worden vanwege hun gehalte aan stikstof en hun basische werking eerder tot de alkaloïden gerekend.
Triterpeensaponinen: komen voor in families van de Araliaceae (klimop), Asteraceae (kamille, duizendblad), Caryophyllaceae (Anjers), Primulaceae (Sleutelbloem), Fabaceae (zoethout) en Hippocastanaceae (paardenkastanje). Deze hebben een slijmuitstotende werking (expectorerend) zoals in Primula en een adaptogene werking (weerstandsverhogend) die helpen het lichaam tegen stress te weren. (Ginseng)
De volgende werking gaat uit van saponinen:
Hederacoside: Klimmop (Hedra helix)
Protoprimulageninglycoside: Sleutelbloem (Primula veris)
Glycyrrhizin: Zoethoutwortel
Senegin ll: Senegawortel
Saponasid A: Zeepkruid (saponaria offficnalis)
Toniserend (versterking van de bloedvaten )
Aescin: Paardenkastanje (Aesculus)
Ruscin: Muizendoorn (ruscus)
Diuretisch (urinedrijvend)
Virgaureasaponine: Guldenroede (Solidago)
Giganteasaponine: Solidago (reuzen solidago)
Herniariasaponine: Breukkruid (Herniaria glabra)
Geriatria (bevorderen de gezondheid van ouderen)
Ginsenoside: (ginsengwortel)
De informatie die ik op mijn website publiek maak, wordt met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Ik ben echter geen arts dus wanneer je mijn recepten uitprobeert, doe je dat op eigen verantwoordelijkheid. De huismiddelen en recepten die ik beschrijf vervangen ook geen bezoek bij een arts. Bij lichamelijke klachten is vakkundige raad bij een arts of apotheker aan te raden. Dit geldt vooral voor zwangere vrouwen, kinderen, ouderen en mensen die medicijnen gebruiken.
Ik geef geen medisch advies over het gebruik van kruiden bij specifieke klachten of ziektes.