• Coumarineglycosiden


    Er zijn zon 500 verschillende coumarine (of cumarine) bekend. Coumarine zorgt voor de karakteristieke hooigeur van drogend en gedroogd gras. Deze stof komt onder andere voor in kaneel, honingklaver en gewoon reukgras. De werkzaamheid van coumarine is afhankelijk van de soort, maar is vooral van invloed op bloedvaten en op de huid.

     

    In het algemeen bevatten coumarinehoudende planten een milde anticoagulerende (bloedverdunnende) werking. Ze worden bovendien gebruikt als geurstof. In hoge doseringen zijn coumarines als antagonist van vitamine K te beschouwen. Planten met coumarineglycosiden zijn onder meer Lievevrouwenbedstro (Galium odoratum), Citroengele Honingklaver (Mellilotus)(, Paardenkastanje,  Echte Kamille, Echte Lavendel, Kleine Bevernel en Wijnruit. Maar ook in de Tonkaboon, Duizendblad, Driekleurig Viooltje, Maggiekruid, pastinaakvruchten en Tagetes treffen we coumarinen aan.


    Hydroxy-cumarinen

    De stof aesculine in de Paardenkastanje (Aesculus) werkt capillairversterkend, fraxine in de Es (Fraxinus) werkt urinezuur uitscheidend

     

    Pyranocumarinen

    De stoffen visnagine en khelline in de vruchten van Fijn Akkerscherm (Ammi Visnaga) werken ontspannend en verwijderend op  bloedvaten en zorgen voor een betere doorbloeding van de hartspier.

     

    Dicumarolen

    Als kruiden met cumarinen nat bewaard worden (kuilgras) kunnen door schimmels dicumarinen gevormd worden. Deze werken sterk antistollend en kunnen ongewenste bloedingen (vooral in de lever) veroorzaken, bijvoorbeeld bij koeien. Ze ontstaan bijvoorbeeld in vochtige klaver door gisting, vooral bij Mellilotus, en zijn sterk giftig. De werking is bloedverdunnend. Vitamine K is een antagonist (anti-coagulentia).

     

    Furanocumarinen/Furocoumarine

    In sommige planten van o.a. schermbloemenfamilie (zoals berenklauw en Engelwortel, ) vind je fototoxische stoffen die van cumarine zijn afgeleid, de furanocumarinen (ook furocoumarine genoemd). Deze kunnen in combinatie met zonlicht een allergie veroorzaken. Furocoumarines zijn zeer reactief en kunnen fototoxisch zijn. Als furocoumarines op de huid terechtkomen en vervolgens worden blootgesteld aan zonlicht (UV-straling), treden brandwondachtige symptomen op, afhankelijk van de ernst (roodheid, zwelling, blaarvorming, laesies, fotopigmentatie, littekens). Ook wordt in de literatuur melding gemaakt van een mogelijk kankerverwekkend effect.


    Furocoumarines zijn natuurlijke secundaire inhoudsstoffen, ze komen vooral voor in schermbloemigen (Apiaceae, Umbelliferae) zoals Pimpinella (Bevernel), Engelwortel (Angelica) en Berenklauw (Heracleum), Selderij (Apium graveolens L.), Pastinaak (Pastinaca sativa), Peterselie (Petroselinum crispum) en Wortels (Daucus carota L.). Ook in de schil van citrusvruchten zoals Sinaasappels (Citrus sinensis L.), citroenen (Citrus limon) en limoenen (Citrus aurantifolia) komen ze voor. Aanzienlijke hoeveelheden Furocoumarines zijn te vinden in veel citrusoliën, uit de schillen van de bergamot, sinaasappel, limoen of grapefruit. Ook bevatten sommige vlinderbloemige (Fabaceae) en planten uit de Wijnruitfamilie (Rutaceae) furocoumarines.


    Furocumarine waarden in groenten en fruit kunnen zeer sterk variëren. Deze stoffen worden vooral gevormd als reactie van de plant op aantasting door ongedierte en andere stressvolle gebeurtenissen. Verse, gezonde, niet-microbieel geïnfecteerde Pastinaak bevat lage waarden (2,5 mg/kg). Beschadigde planten en knollen kunnen zeer hoge waarden bevatten (van 570 mg/kg tot zelfs 2500 mg/kg).  https://www.dfg.de/resource/blob/169004/25b859cd2d25895a6679266c6d50bc89/sklm-furocumarine-dt-2006-data.pdf


    Share by: